‘NEE’ ZEGGEN
Vorige week ben ik vijf dagen bezig geweest om een relatief korte mail te schrijven.
Daarin vertelde ik aan mijn koor dat ik na coronatijd niet meer ga terugkomen als dirigent. ‘Nee’ zeggen dus, aan een groep van 20 mannen die me heel na aan het hart liggen en waardoor ik op handen gedragen werd voordat corona roet in het eten kwam gooien. De veel te lange lockdown bracht echter heel wat veranderingen in mijn leven teweeg, waardoor deze keuze nu de juiste is voor mij om te maken.
Tijdens het schrijven van die mail ben ik echter door een heel spectrum van gevoelens gegaan, doorspekt met innerlijke verwijten en oordelen, schuldgevoelens en schaamte, verdriet en angst voor hun teleurstelling. Ik stond er vooral versteld van hoe hard mijn schuldgevoel tegenover hen me blokkeerde om ‘nee’ te durven zeggen.
En ergens in dat dagenlange proces van schrijven en herschrijven kwam ik tot het besef dat ik helemaal geen ‘nee’ wilde zeggen!
Mijn getwijfel draaide plots niet meer om ‘ja’ of ‘nee’. Mijn blokkade zat op het geven van een ‘ja’ naar hen toe, een ‘ja’ die ik tot dan toe ook heel evident vond om te geven. Het klikte enorm goed en ik was daar echt de juiste man op de juiste plaats op het juiste moment. Als ik echter op dit moment in mijn leven ‘ja’ zeg, is dat een ‘ja’ aan een aantal andere zaken. Een ‘ja’ aan ruimte in mijn agenda, aan nieuwe dingen ontdekken, andere mensen ontmoeten. En wie weet, misschien zelfs een nieuw engagement aangaan.
Ik heb me dus heel lang gericht op de (hartverscheurende) vraag: “Moet ik nu ‘ja’ of ‘nee’ zeggen tegen hen?”, maar de vraag werd gewoon: “Waar zit mijn ‘ja’ in het verhaal?”.
En toen werd het plots: kies ik nu voor ‘mijn’ ja of voor ‘hun’ ja?
Hoe gek: het is helemaal niet ‘hun’ ja, maar een ‘ja’ die ik bij hen leg. En weg was de illusie! Al die verwijtende stemmen die ik mezelf toewierp waren van mezelf afkomstig. Ik vulde in waarvoor ik bang was. Het enige waarop ik in feite kan afgaan is: waar ligt mijn ‘ja’? Niet zozeer focussen waartegen ik ‘nee’ zeg, maar waaraan ik ‘ja’ zeg. Wat heb ik nu, hier, in deze tijd, nodig? En als het dan nodig is om een bepaald engagement los te laten om mijn ‘ja’ te kunnen volgen, dan is dat in feite een heel positieve keuze…
De mail die ik uiteindelijk op vrijdag verstuurde, was een heel andere geworden dan die van maandag. Hij had een heel andere toon gekregen. Die van maandag was 3x zo lang, met heel mijn verhaal, mijn lijdensweg, de last, de schuld, de schaamte, de spijt erin verwerkt. Het leek wel alsof ik mezelf wilde uitleggen of goedpraten, en alsof ik mezelf samen met hen wilde overtuigen waarom dit de meest logische keuze was om te maken. Zoveel zwaarte.
In de mail van vrijdag stonden nog welgeteld twee duidelijke argumenten en vooral ook veel warmte en genegenheid die ik ook nog steeds voel. En ja, ook een woord van spijt. Maar dan vooral spijt dat het niet langer heeft mogen duren, en dat corona ons een jaar heeft ontnomen, wat ik nog altijd heel erg betreur.
Het mooie is dat ik na het versturen van mijn mail heel warme reacties heb gekregen, wat toch wel een hele opluchting was. He blijft namelijk nog altijd spannend, dat ‘ja’ zeggen.